7/30/2012


Trage wegen zonder grenzen - deel 4: Nederland

bron:  http://tragewegen.be
Trage wegen zonder grenzen - deel 4: Nederland
Voor onze vierde editie over tragewegenrecht buiten Vlaanderen, zoeken we het deze keer niet té ver. We nemen een kijkje bij de noorderburen in Nederland. We kennen Nederland vooral als fietsland: met meer dan 15 miljard fietskilometers per jaar (en dit vooral voor alledaagse verplaatsingen) behoort Nederland tot de Europese top. Minder gekend is dat Nederland ook een echt wandelland is. De Wandelmonitor (2010) liegt er niet om: ruim 6,6 miljoen Nederlanders wandelt regelmatig "lange" (meer dan 14 km) afstanden. Nederland kent 10.000 kilometer aan "officiële" wandelpaden in de vorm van LAW (lange afstands wandelpaden, het equivalent van onze GR) en streekpaden. Dat gaat over signalisatie en inrichting, maar hoe zit de vork wettelijk aan de steel?

GEWOONTERECHT

verboden toegangTot 1930 bestond er in Nederland geen gecoördineerde wetgeving op de openbare wegen en viel men terug op het gewoonterecht. Dat gewoonterecht kan sterk verschillen van plaats tot plaats (zie bijvoorbeeld in België het Plantrecht). Daarnaast bestonden er ook in Nederland (naar analogie met bv. Frankrijk) 'gemene goederen' en structuren die deze beheerden. De marke was zo'n voorbeeld van gemeenschappelijk grondbeheer: een vereniging van eigenaars van boerderijen met rechten op de gemeenschappelijke gronden. Dit waren meestal de 'woeste' gronden: heide, venen, bossen en slechte weilanden. Via de marke verenigden buurten en dorpen zich om zo het gemeenschappelijk beheer van die gronden veilig te stellen.
Dergelijke privaatrechtelijke constructies hadden echter uitgebreide bevoegdheden die vandaag als 'openbare' taken worden aanzien, zoals het aanleggen en het beheren van wegen. En zelfs al werden de marken uiteindelijk gedomineerd door land- en geldadel, toch bleef binnen de marke het gemeenschappelijk gebruik verzekerd, ook voor de landloze 'keuterboeren'. In België, Frankrijk en Luxemburg werd door de invoering van buurtwegenwetgeving grotendeels komaf gemaakt met privaatrechtelijk beheer van wegen die we vandaag als openbaar kunnen beschouwen, maar in Nederland bleef een dergelijke situatie dus bestaan tot relatief kort voor de Tweede Wereldoorlog.
Feit is dat het gewoonterecht heel wat rechten toekende aan de individuele weggebruiker, zelfs op de kleinste kerkweg. Intussen was het wegbeheer in grote mate geregeld door de verschillende provinciale verordeningen die rekening hielden met het plaatsgebonden gewoonterecht en door de Waterstaatswet uit 1900. Om een klein pad ontoegankelijk te verklaren, moest uiteindelijk de Provinciale Staten (het Nederlandse equivalent van de Provincieraad) tussenkomen.

WEGENWET

wegenleggerIn Nederland mag je overal wandelen. Het betreden van andermans grond is in principe toegestaan, tenzij deze grond is afgesloten, er schade ontstaat, of door de eigenaar kenbaar wordt gemaakt dat het betreden verboden is. Maar toegankelijk is natuurlijk niet hetzelfde als openbaar. En dan komt de Wegenwet op de proppen. De Wegenwet verfijnde de Waterstaatswet en maakte komaf met veel bepalingen uit het gewoonterecht. De Wet droeg de Nederlandse gemeenten op een nieuwewegenlegger op te maken, zeg maar het equivalent van onze atlas der buurtwegen. De leggers die bestonden, kwamen immers voort uit de provinciale reglementen en verschilden dus van provincie tot provincie. De Wegenwet zou voor eens en voor altijd via de nieuwe leggers vaststellen of een bepaalde weg openbaar was én wie het onderhoud van de weg moest doen.

WANNEER IS EEN WEG OPENBAAR?

We onderscheiden, net zoals in België, feitelijke en administratieve openbare wegen. Van feitelijke openbaarheid van een weg is sprake, wanneer die weg vrij voor iedereen toegankelijk is. In dat geval is de Wegenverkeerswetgeving hierop van toepassing (net zoals in België de Wegcode van toepassing is op alle wegen die open staan voor het verkeer te lande). We spreken pas van administratieve openbaarheid, wanneer een weg openbaar is in de zin van de Wegenwet. Iedereen heeft het recht om van die weg gebruik te maken, zonder toestemming van de eigenaar. Er zijn twee mogelijkheden waardoor een weg openbaar kan worden in de zin van de Wegenwet:
eigen weg- De eerste is verjaring: 30 jaar feitelijk voor iedereen toegankelijk geweest óf 10 jaar feitelijk voor iedereen toegankelijk + onderhoud door gemeente of andere overheid. De verjaring kan worden tegengehouden door bordjes als 'eigen weg'. Een dergelijk bordje sluit de weg niet af, maar wil gewoon zeggen dat de eigenaar het gebruik toelaat. Voor de Nederlandse wetgeving is dit een voldoende element om de administratieve openbaarheid niet te laten ontstaan.
- De tweede is via bestemming door de rechthebbende. Dat kan zowel een particuliere eigenaar (maar deze heeft wél de goedkeuring van de gemeenteraad nodig) als de overheid zijn. Een weg bestemmen gebeurt door het goedkeuren bestemmingsplan.
Alle wegen die op de wegenlegger staan worden geacht openbaar te zijn, tenzij je kan bewijzen dat de weg niet meer openbaar zou zijn, op grond van diezelfde Wegenwet.

WANNEER IS EEN WEG NIET MEER OPENBAAR?

In Nederland kunnen openbare wegen teloor gaan door verjaring. Het volstaat daarbij dat iemand bewijst dat een weg 30 jaar feitelijk niet toegankelijk geweest. Dit is duidelijk een afwijking op het recht van de omliggende landen waarbij het openbaar domein niet vatbaar is voor verjaring. En bij ons? In Vlaanderen kunnen buurtwegen teloor gaan door verjaring (via art. 12 Buurtwegenwet, maar dat is zeker niet eenvoudig). Alle andere administratieve openbare wegen niet, ze maken immers deel uit van het onverjaarbare openbaar domein in de brede zin van het woord. In Wallonië worden buurtwegen vanaf 1 september 2012 onverjaarbaar.
Een andere mogelijkheid is door onttrekking aan de openbaarheid door het bevoegd gezag (gemeente of andere overheid). De gemeente moet een aantal zaken afwegen bij het al dan niet onttrekken aan de openbaarheid van een weg:
- er moeten dringende redenen aanwezig zijn om tot onttrekking aan de openbaarheid te besluiten
- het algemeen belang moet zich er niet tegen verzetten / belangen van derden moeten niet te zeer worden geschaad.
Door de invoering van de Wegenwet viel het provinciale bestuursniveau er dus tussenuit, wat besluiten tot onttrekking aan de openbaarheid betrof.

SCHAALVERGROTING

ruilverkaveling

Het moderniseren van de Wegenwetgeving in 1930 ging ook hand in hand met een grootschalige ruilverkavelingsoperatie die heel West-Europa deed verbleken én inspireren (zie bijvoorbeeld Frankrijk). Hierbij verdwenen, samen met ontelbare kleine landschapselementen naar schatting 10.000 tot 30.000 kilometer kleine wegjes. Door de opkomst van de wagen raakte de Wegenwet trouwens wat in de vergetelheid, zeker wat betreft de handhaving van de kleinste paden en wegen. De Wegenlegger werd slecht of niet bijgehouden en de gemeenten onderhielden de wegjes niet meer. Ook deze evolutie zien we in heel West-Europa en zeker in ons land. Als je de voor de openbaarheid van een bepaald pad wilt ijveren, dan moet je dus de wegenlegger raadplegen. Je bent aangewezen op je gemeente: meestal zal je een afschrift van de legger moeten aanvragen, want de wegenlegger is vaak niet via het internet te bekijken.

MODERNISERING WEGENWET

Nu wandelen en fietsen weer volop in de belangstelling staan, is het duidelijk dat we ook de kleinste wegjes nodig hebben. Eén van de elementen waarvoor Nederlandse wandelorganisaties ijveren is een modernisering van de bewuste Wegenwet. Maar ook het doen naleven ervan is minstens even belangrijk. Een betere bescherming van wegen die door wandelaars worden gebruikt is daarbij van belang. Dat is de kern van het advies 'Oude waarden, Nieuwe Wegen', maar sinds 2006 lijkt dat advies slechts stof te vergaren.

inrichtingswerken ZieuwentERFDIENSTBAARHEDEN

In Nederland bestaat ons stelsel van publiekrechtelijke erfdienstbaarheden niet. Het recht van overpad is dan ook een privaatrechtelijke regeling, met een heersend en leidend erf, dat dient om een uitweg te geven aan een ingesloten perceel. Maar in Nederland zijn ze wel zo creatief geweest dit systeem te gebruiken om het publiek doorgang te geven over een privaat stuk grond. De Nederlandse erfdienstbaarheidregeling laat uit het oogpunt van het algemeen belang toe dat het heersend erf een overpad kan vestigen over een erf dat niet rechstreeks met het pad verbonden is. In Zieuwent werden zelfs ettelijke kilometers kerkwegels opnieuw aangelegd, nadat deze door schaalvergroting en ruilverkaveling waren verdwenen.

BOERENLANDPADEN (OP DE TOCHT)

boerenlandpadZelfs al zouden alle wegen in de Wegenlegger terug in gebruik kunnen genomen worden, dan zijn er in het Nederlandse netwerk diepe wonden geslagen door de ruilverkaveling. Daarom geldt sinds 2005 de regeling 'Boerenlandpad': het openstellen en zelfs aanleggen van private wegen door landbouwers voor het publiek. Deze krijgen dan een vergoeding (45 cent per lopende meter per jaar). Duidelijk stellen: de regeling is dus niet van toepassing op eventueel afgesloten of ingenomen openbare wegen. Door plaatsing van een bord  'opengesteld' maakt de eigenaar duidelijk dat de weg slechts 'ter bede' toegankelijk is en kan er dus geen verkrijgende verjaring optreden (zie hoger). De regeling schoot haar doel niet voorbij: op zeven jaar tijd is er 350 kilometer boerenlandpad bijgekomen. De meewerkende boeren overwonnen hun aanvankelijke vrees en zien inmiddels de meerwaarde van het openstellen van hun land. De te verwachten schade is erg beperkt en de regeling geeft een mooie mogelijkheid om met de recreanten in gesprek te gaan over het boerenbedrijf. En natuurlijk, het levert een zakcentje op.

Verboden doorgang natuurgebied

De achilleshiel blijkt toch de kostprijs te zijn. Het kabinet-Rutte schafte onlangs de regeling af en stopt de subsidie voor boerenlandpaden. De vraag is wat er nu gebeurt: houden boeren hun paden toch wel open of sluiten ze de paden weer af nu de vergoeding van 45 cent per meter stopt. Of nemen de provincies de rijkstaak over? Of gaan particulieren betalen voor de paden? Het lijkt er alvast op dat heel wat boerenlandpaden op de tocht staan, zeker omdat niet alle provincies bereid zijn de subsidie bij te passen.

OPENSTELLING VAN LANDGOEDEREN, BOS- EN NATUURGEBIEDEN

Landeigenaars kunnen in Nederland genieten van belastingsvermindering als ze een deel van hun landgoed openstellen voor het publiek. Nederlandse wandelorganisaties maken daarbij wel de kanttekening dat de belastingsvermindering al wordt toegekend, zelfs al is er maar een beperkt deeltje van de eigendom toegankelijk. Als een eigenaar van bossen of een terreinbeherende natuurvereniging subsidies wil krijgen om deze gebieden te beheren, dan is ze verplicht deze gebieden open te stellen, minstens langsheen de wegen en paden die erdoor lopen, als het mogelijk is, ook om door te 'struinen'. De eigenaar kan wel een ontheffing krijgen, wat inhoudt dat bepaalde wegen of stukken niet worden opengesteld. Dit kan wanneer het bijvoorbeeld over kwetsbare stukken natuur gaat.

WATERLAND

VoetveerInteressant om weten: de jaagpaden vallen in Nederland eveneens onder de Wegenwet. Als ze terug te vinden zijn op de Wegenlegger zijn ze in principe openbaar... maar dat is zeker niet altijd het geval. Nederland wordt ook gekenmerkt door een groot aantal veerdiensten. Een aantal daarvan zijn voet- en fietsveren en dus enkel maar voor 'trage' weggebruikers dienstig. Nederland zou Nederland niet zijn, mocht er zich geen vereniging bestaan die zich ontfermt over de voetveren. De landelijke vereniging Vrienden van de Voetveren wil voet-/fietsveren (pontjes) in Nederland in de vaart houden en er voor zorgen dat pontjes terugkomen waar ze verdwenen zijn. De vereniging heeft zo'n 2000 leden, werkt alleen met vrijwilligers, zonder overheidssubsidie, en heeft er mede voor gezorgd dat het aantal veerpontjes de laatste 30 jaar drie keer zo groot geworden is. Elk jaar komen er pontjes bij, vaak met steun van de vereniging. En dat met erg bescheiden overzettarieven.

spoorwegWANNEER EEN OMMETJE EEN OMWEG WORDT: SPOORWEGOVERGANGEN

Overwegen (en zelfs tunnels!) die met sluiting worden bedreigd onder het mom van de veiligheid: we kennen er alles van in België. Dikwijls staan de inwoners voor voldongen feiten. In Nederland wordt de wandel-, fiets- en ruiterlobby vroegtijtig op de hoogte gebracht van de plannen én brengen deze organisaties recreatief advies uit aan ProRail (het Nederlandse equivalent van Infrabel) over het opheffen van overwegen. In de loop der jaren maakte de stelling "de beste overweg is geen overweg' plaats gemaakt voor een serieuze belangenafweging voor iedere specifieke overweg en daarbij wordt meer en meer gekozen voor win-winoplossingen waarbij het risico op ongevallen wordt geminimaliseerd én waarbij de kruising in stand wordt gehouden voor de trage weggebruiker. Een brug of tunnel, bijvoorbeeld. Andere oplossingen zijn het selectief sluiten van een overweg voor gemotoriseerd verkeer of het beter beveiligen van een overweg.

CONCLUSIE

Nederland is een schitterend wandel- en fietsland, maar dat is eerder ondanks het wettelijke kader. Anno 2012 is de ontsluiting van het landelijk gebied op een aantal plaatsen enkel mogelijk langs de gewone straten. De bescherming van trage wegen is in Nederland eerder zwak te noemen. Dit heeft niet alleen met de wet, maar vooral ook met de uitvoering van de wet te maken. Bovendien moet men in Nederland, na de passage van grootscheepse ruilverkavelingen, noodgedwongen op zoek naar nieuwe paden. Geen sinecure, want het kost handenvol geld en men is vaak afhankelijk van de goede wil van privé-eigenaars. Als de overheid initiatieven zoals boerenlandpaden op droog zaad zet, dan is hun toekomst verre van zeker. We kunnen daarom maar beter voorzichtige omgaan met bestaande rechten (zoals bijvoorbeeld onze buurtwegen), vooraleer ze af te schaffen.

BRONNEN

- Kwast, O., 2009, Wegenwetgeving, Lexplicatie, Kluwer
- Stortelder A. en Molleman G., 1998, Binnendoor en Buitenom, Stichting Kerkepaden Zieuwent & KNNV Uitgeverij
- Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Vragen en Antwoorden Wegenwetgeving / Openbaarheid,www.vng.nl
- Nemo, vereniging van vrije wandelaars, 2004, Naar een nieuwe Wandelwet & Handleiding voor de wandelaarnemo.pz.nl (Ook dank voor het gebruik van de foto's)
- Wandelnet & LandWerk, 2012, Special - Wandelen op boerenlandpadenwww.wandelnet.nl
www.boerenlandpad.nl

7/29/2012

Ommetje Baarle-Noord, tweede verkenning 14 juli 2012

Algemene conclusie:
Kan aantrekkelijk ommetje worden. Route voert langs aantrekkelijke, bij veel Baarlenaren ook nog onbekende plekken. Route kent nergens dubbelingen met wandelknooppuntennetwerk, behalve op Franse Baan. Eén op te lossen knelpunt voordat verder gegaan kan worden: medewerking eigenaar voor doorgang over bouwland naar begin beek. Overige knelpunten lijken zonder meer oplosbaar. Als vertrekpunt kan altijd nog Eetcafé De Poort (met parkeerruimte) worden gebruikt.

Vertrekpunt:
achterzijde Sporthotel, via (te maken) hek/opening aan achterzijde of via hek naar sportvelden (nu afgesloten). Voor toegangspaden door bos zijn geen maatregelen nodig. Bespreken met Sporthotel. Vertrekpunt ook benutten voor ommetje Schietberg. Zonodig bespreken met Gloria, nog extra hek om wandelaars van het voetbalveld af te houden?

Route door bos.
Paden aanwezig. Nagaan bij gemeente (afd RO) in hoeverre uitbreiding van sportvelden van invloed is.

Zandweg tussen Franse Baan en verhard weggetje Boschoven (langs schuur).
Staat niet op wegenlegger, dus toestemming nodig om in route op te nemen. Als rondweg wordt aangelegd kan route verlegd worden naar punt waar Franse Baan, Boschoven en Bels Lijntje bijeen komen. Nagaan wie eigenaar is (bij Openbare Werken), toestemming vragen.

Pad door bouwland naar begin Strijbeeksebeek.
Zit (zat) in ommetje Alphen-Chaam, Huidige eigenaar wil volgens coördinator STIKA niet meewerken. Nagaan hoe situatie precies is, route AC loopt sinds 2 maanden weer over het land. Contact zoeken met eigenaar voor medewerking, via vz Mark&Leij en/of vicevz Amalia.

Aansluiting pad van beek naar De Elstee op Bredaseweg:
krijgt dit pad aansluiting op rotonde rondweg? De Nederlandse procedure voor het bestemmingsplan en de milieueffectrapportage (MER) zijn afgerond. De stukken van het bestemmingsplan kunt u hier raadplegen.

Pad vanaf Franse Baan richting visvijver (tussen groene hekken).
Is privé. Toestemming nodig om in route op te nemen. Nagaan wie eigenaar is (bij Openbare Werken), toestemming vragen.

Smal pad langs achterzijde wei. 
Wordt door atletiek gebruikt. Waarschijnlijk gemeentegrond. Navragen bij gemeente of wandelroute hierover geprojecteerd kan worden.

Van visvijver naar Bredaseweg.
Doorgang tegenover Eetcafé De Poort gebruiken. De Poort kan alternatief vertrekpunt worden. Pas actie ondernemen als vertrekpunt bij Sporthotel vervalt.
Vanaf Bredaseweg (ingang bij huis nr 8) naar wandelbos. Bordje ‘verboden toegang’ verwijderen. Kan worden meegenomen bij vragen toestemming gemeente voor plaatsen van routepaaltjes langs openbare wegen. Toestemming alvast aankaarten bij OW. Waarschijnlijk in later stadium formeel verzoek indienen.

Algemeen.
Begroting maken (routepaaltjes, folder (uitvoeren als inlegvel of middenpagina Van Wirskante)?, infobord?, vervangen hekken/tourniquets), In september/oktober in bestuur Amalia brengen. Eerst duidelijkheid over boerenlandpad; dit is essentieel voor ommetje, anders te lang (nu ca 5 km, anders 7 km). Mogelijke financiers zoeken. Tekst folder: tzt Vervaarding paaltjes: Ad wil daarbij behulpzaam zijn. Achtergrond ommetje: bestaande zandwegen door opname in ommetje ‘functie geven’ zodat risico op verdwijnen kleiner wordt (bv. pad vanaf De Elstee) en via ommetje buitengebied toegankelijker maken voor inwoners Baarle. Relatie met wandelknooppuntennetwerk: route ommetje kan bij volgende herziening netwerk worden opgenomen in netwerk, mogelijk (deels) als ‘verdichting van dat netwerk’. Constatering werkgroep: route ommetje is aantrekkelijker dan netwerk: route door bos Paddock ipv Sportlaan, route naar en langs beek ipv Franse Baan (zeker als rondweg er komt).